Het gebruik van materiaal moet veilig worden gedaan. Maar hoe borg je die veiligheid? En wat zegt de wet over het keuren van het materiaal?
Mocht na een ongeval of incident blijken dat de PBM (persoonlijke beschermingsmiddelen) en valbeveiligingsuitrusting niet (op tijd) gekeurd en onderhouden zijn dan kan men als organisatie/werkgever aansprakelijk worden gesteld. Werknemers of deelnemers worden immers in een situatie gebracht die mogelijk niet veilig is. Bij een ongeval of incident wordt altijd gekeken naar het keuringsverleden van de betrokken materialen en arbeidsmiddelen.
De wetgever verplicht het keuren van PBM en valbeveiligingsuitrusting door de volgende regelgeving:
- de norm NEN-EN 365;
- artikel 7.4a Arbeidsomstandighedenbesluit.
Naast een verplichting tot periodieke keuring geldt er ook een registratieplicht voor alle PBM en valbeveiligingsuitrusting aan de hand van een registratiesysteem. Van de uitgevoerde keuringen dienen schriftelijke bewijsstukken aanwezig te zijn die desgevraagd getoond kunnen worden aan de toezichthouder (artikel 7.4a, lid 6 Arbeidsomstandighedenbesluit).
Het keuren van PBM en valbeveiligingsuitrusting mag niet zomaar door ieder willekeurig persoon worden uitgevoerd. Volgens de wetgever mogen keuringen alleen worden uitgevoerd door een deskundig natuurlijk persoon, rechtspersoon of instelling (artikel 7.4a, lid 5 Arbeidsomstandighedenbesluit). Met ‘deskundig’ wordt bedoelt dat een keurmeester enerzijds kennis moet hebben van de te keuren PBM en valbeveiligingsuitrusting en anderzijds kennis moet hebben van het inspecteren en keuren van deze middelen.
Wil je meer weten over het keuren van PMB en valbeveiligingsuitrusting? Neem contact met mij op via info@firstascent.nl of via het contactformulier.